Over Reynaert de Vos staat in DSMG een zeer uitgebreide reeks publicaties ter beschikking. Meer dan 180 titels hebben betrekking op tekstuitgaven, omzetting in eigentijds Nederlands, herwerkingen, vertalingen, analyses en studies van verschillende aspecten en vergelijkingsmateriaal. Uiteraard is er ook de volledige reeks aanwezig van het vroegere tijdschrift en de jaarboeken Tiecelijn van het befaamde Reynaertgenootschap. Waarom deze speciale belangstelling?
Het hoogtepunt van de omvangrijke West-Europese Reynaertliteratuur is het Middelnederlandse dierenepos “Van den Vos Reynaerde” met het gekende beginvers “Willem die Madocke maecte…” Dit epos heeft in zijn voorbereiding, ontstaan en nawerking veel met Gent en omgeving te maken. De Latijnse tekst Ysengrimus uit 1149, werd geschreven door een Gentenaar. Deze tekst leidde in Franrijk tot het ontstaan van vele branches, waaronder Le Plaid. Deze Franse tekst was de basis, voor weer iemand uit onze streek, om rond 1260 “van den Vos Reynaerde” te schrijven. Het thans oudst gekende handschrift werd rond 1541 in Gent gekocht door een oud-student van Leuven, die later proost werd van de koorheren van Comburg in Württemberg. Na de herontdekking door de gebroeders Grimm was het Jan Frans Willems, die de tekst hertaalde en bekend maakte. Hij woonde van 1835 tot aan zijn dood in 1846 in Gent. De nawerking van zijn publicaties was enorm.
In de jaren 1950 ontstond op kasteel Notax in Destelbergen een soort “Reynaertacademie”. Deze werd de bakermat van Heemkundige Kring De Oost-Oudburg. De tweede bijeenkomst van de kring in 1962 en een groot deel van het eerste jaarboek in 1963 was aan Reynaert gewijd. Ten oosten van Gent vertellen kleine en grote monumenten over Reynaert, met bijvoorbeeld het prachtige beeld van Bruun de Beer met de smalende Reynaert door Firmin De Vos aan het gemeentehuis van Destelbergen. Ook in de naamgeving van cafés en restaurants, verenigingen, tijdschriften, drank, enz. komt Reynaert aan bod. Bijvoorbeeld in Groot-Lochristi zijn er meer dan 100 gegevens te vinden, die naar Reynaert verwijzen. Die belangstelling heeft veel te maken met het feit dat Hijfte, een deel van Lochristi, onbetwistbaar in het epos vermeld wordt als de duistere plaats van de samenzwering tegen koning Nobel. Wie meer wil vernemen, kan in DSMG terecht.
Bert Vervaet
|